-
1 herrie schoppen
herrie schoppenkick up/raise a racket————————herrie schoppenmake trouble, raise hellVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > herrie schoppen
-
2 herrie schoppen
randalieren -
3 herrie schoppen
v. kick up a dust -
4 herrie schoppen bij een leraar
herrie schoppen bij een leraar -
5 herrie
♦voorbeelden:3 herrie met iemand krijgen • avoir des histoires avec qn. -
6 herrie
-
7 schoppen
schoppen1〈de〉♦voorbeelden:1 schoppenaas/heer/tien/vrouw • ace/king/ten/queen of spadesschoppenboer • jack/knave of spadesschoppen is troef • spades is/are trumpéén schoppen • one spade————————schoppen21 [trap geven] kick2 [verplaatsen] kick3 [veroorzaken] kick (up)♦voorbeelden:3 herrie schoppen • kick up/raise a rackethij zal 't nooit ver schoppen • he'll never amount to much1 [de voet bewegen] kick♦voorbeelden:tegen iemand/iets aan schoppen • 〈 figuurlijk〉 lay into someone/something -
8 keet schoppen/trappen
keet schoppen/trappenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > keet schoppen/trappen
-
9 kick up the dust
herrie schoppen -
10 make a big stink
herrie schoppen, zich erg opwinden, een woedeaanval krijgen -
11 chahuter
-
12 racket
n. racket; herrie; afzetterij; beroep--------v. de gevolgen voor zijn rekening nemen, (het gelag) betalen; herrie maken, lawaai maken6 bedriegerij ⇒ bedrog, zwendel7 〈 informeel〉 gangsterpraktijken ⇒ misdadige organisatie; 〈 in het bijzonder〉 afpersing, intimidatie♦voorbeelden:3 kick up a racket • een rel/herrie schoppen5 what racket is Peter in? • wat voert Peter uit?be on the racket • aan de boemel zijn, de bloemetjes buiten zetten -
13 foin
foin [fwẽ]〈m.〉1 hooi♦voorbeelden:être bête à manger du foin • zo stom als een ezel zijnil n'y a plus de foin dans le râtelier • er is geen geld meer in het laatjefoin de …! • geen … meer!1. m1) hooi2) haar [artisjok]3) drukte, herrie2. foinsm pl -
14 mayhem
n. rotzooi; met opzet lichamelijk letsel veroorzaken--------v. zwaar lichamelijk letsel; rotzooi, herrie[ meehem]♦voorbeelden: -
15 shindy
-
16 stink
n. stank--------v. stinkend maken; misselijk makenstink1[ stingk]1 stank♦voorbeelden:————————stink21 stinken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:stink out a fox • een vos uitroken -
17 potin
-
18 Cain
-
19 act up
lastig zijn, vervelend zijn; zich vreemd of abnormaal gedragen; zich ongeordend gedragen, ongehoorzaam zijn; zich zo gedragen dat de aandacht wordt getrokkenact up〈 informeel〉1 lastig zijn ⇒ herrie schoppen, vervelend zijn -
20 barrack
v. joelen, tierenbarrack1[ bærək] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 〈meervoud; werkwoord ook enkelvoud; pejoratief〉groot, lelijk huis————————barrack2II 〈 overgankelijk werkwoord〉
Страницы